Math van Loo heeft in het onderwijs zo ongeveer alle functies bekleed die je kunt bedenken: hij begon als docent Nederlands en werd later decaan, conrector, rector en bestuurder. Daarnaast heeft hij zijn eigen adviesbureau en een softwarebedrijf dat onderwijsapplicaties ontwikkelt. Vanaf 2008 is hij actief als adviseur van Leren verbeteren. Dat werk doet hij nog altijd met onverminderd enthousiasme: ‘Het is een van de leukste dingen die ik doe!’
Van Loo werkt sinds een jaar als interim-bestuurder van Luzac VO en Instituut Blankenstijn, een bestuur met twintig scholen voor particulier onderwijs. We spreken hem net nadat het ministerie bekend heeft gemaakt dat de centrale eindexamens in het vo komen te vervallen. “Alles onder controle, we hebben het geregeld”, reageert hij op de vraag hoe het op zijn scholen gaat. “Een uitvoerige videoconferentie met alle rectoren was voldoende.”
Digitale Observatie Tool
De rust en ervaring die Van Loo met deze uitspraak uitstraalt, is kenmerkend voor zijn persoon. Zijn drukke werkzaamheden combineert hij meestal met gemak, vertelt hij: “Mijn werkzaamheden voor Leren verbeteren doe ik vanuit mijn eigen adviesbureau. Daarnaast maakt mijn IT-bedrijf software voor scholen op het gebied van hr en kwaliteitszorg. We maken bijvoorbeeld de Digitale Observatie Tool, waarmee je lessen digitaal kunt vastleggen. We doen veel onderzoek samen met de inspectie en universiteiten. We krijgen door onderzoek steeds beter inzicht in wat wel en niet werkt. En we gaan nu met de Academische Werkplaatsen onder leiding van Inge de Wolf een valideringsonderzoek doen naar lesobservaties in het PO en VO.”
Van Loo’s verschillende werkzaamheden lopen naadloos in elkaar over en zijn vaak aanvullend. “De inspectie vindt dat gelukkig prima, inspecteurs vragen vaak op scholen naar de DOT-analyse als daarmee gewerkt wordt. Maar er mag natuurlijk nooit sprake zijn van koppelverkoop. Dat is ook absoluut niet het geval en ik houd dat zelf goed in te gaten.”
Liefde voor poëzie
Zo prettig als Van Loo zich voelt in het onderwijs, zo opmerkelijk is het dat hij daar terecht is gekomen. “Mijn ouders waren zo goed als ongeschoold. Harde werkers, die als enig doel hadden om hun kinderen een beter leven te geven dan ze zelf hadden gehad. De kansen die ik kreeg, heb ik met beide handen gegrepen. Ik heb enorm geprofiteerd van de onderwijsemancipatie in Nederland.”
Niemand had verwacht dat hij docent zou worden: “Mijn studieadviseur in 4-vwo vond mij veel te druk en nerveus om het onderwijs in te gaan. Hij raadde me aan om te gaan ondernemen.” Toch begon hij aan een studie Nederlands: “Uit pure liefde voor de poëzie. Mijn leraar Nederlands viel van zijn stoel toen hij dat hoorde. Hij zei: ‘Bij jullie thuis staat zelfs geen boek in de kast, behalve misschien een per ongeluk aangekochte Lekturama-encyclopedie!’.
Uiteindelijk studeerde Van Loo af in Algemene Letterkunde en stond hij dertien jaar voor de klas. Hij groeide snel door naar de functies van decaan, conrector en rector. “Ook toen ik eenmaal op een school werkte, heb ik steeds alle kansen gekregen. Ik heb bijvoorbeeld in de eerste lichting gezeten van de opleiding tot schoolleider van de Nederlandse School voor Onderwijsmanagement.”
Onafhankelijk
Eenmaal rector geworden kwam hij in Amsterdam terecht bij een groep van vijf scholen rond het Museumplein. “Die scholen stonden er slecht voor en ik merkte dat ik het erg leuk vond om ze weer levensvatbaar te maken. Ondernemen, een beetje onafhankelijk opereren, dat vind ik fijn.” Die aanpak komt ook goed van pas bij Leren verbeteren. Van Loo werkt al vanaf dag één voor Leren verbeteren en heeft sinds de start altijd een of meerdere scholen ‘onder handen’. “De VO-raad zocht destijds mensen die met een onafhankelijke blik scholen konden helpen die het moeilijk hebben.”
Frisse blik
Het werk voor Leren verbeteren verveelt hem nooit, verzekert Van Loo. “Die gedachte is zelfs nooit bij mij opgekomen. Elke school is weer anders en elk traject is intensief. Ik kan mijn kennis en ervaring goed gebruiken en heb altijd wel een frisse blik. Ik geef overigens weinig adviezen, maar geef vooral terug wat ik zie. Ik blijf aan de zijlijn, vertel wat ik waarneem en wat dat bij mij oproept en stel vragen. Ik leer er zelf ook onwijs veel van, het is absoluut tweerichtingsverkeer. Zo vind ik het bijvoorbeeld prachtig om met scholen te werken die een specifieke onderwijskundige visie of religieuze overtuiging hebben. Die scholen denken vaak heel goed na over hoe zij willen omgaan met het begrip identiteit en hoe dat terugkomt in de lessentabel.”
Prettige dialoog
Een open blik is bij zijn werk voor Leren verbeteren cruciaal: “Als je een oordeel hebt zodra je een school binnenkomt, ben je meteen klaar. Maar de schoolleiders die ik ontmoet, moeten dat net zo goed hebben. Gelukkig ontstaat er bijna altijd een prettige dialoog. Daar word je rijk van. Ik geniet ervan om kennis van de ene school mee te nemen naar de andere, en dat hoor ik ook van mijn collega’s bij Leren verbeteren.” De tijd nemen is daarbij belangrijk: “Er is bijna nooit haast, we mogen intensief betroken zijn bij de scholen en echt de tijd nemen voor observatie en feedback.”
Datagestuurd
Systematisch kijken naar wat het probleem is met behulp van data, vindt Van Loo van groot belang. “Ik benadruk altijd dat je moet werken vanuit valide data. De informatie waarop je je besluiten baseert, moet gewoonweg kloppen. Dat vraagt met name om aanvulling van procesdata. Scholen hebben vaak veel in- en outputdata van leerlingen, maar docenten weten lang niet altijd hoe leerlingen tegen hun lessen aankijken. En zeker nu we online lesgeven vanwege de coronacrisis, is het heel belangrijk om te weten hoe en of je lessen aankomen bij leerlingen.”
Van Loo hamert bij de scholen waar hij voor Leren verbeteren komt ook altijd op het belang van strategisch hrm. “Als je over drie jaar ander onderwijs wilt, hebben je docenten andere kennis en vaardigheden nodig. Welke zijn dat dan precies? Wat heb je nodig? Als je nu heldere afspraken maakt, kunnen mensen daar naartoe werken. De statische functiewaarderingen van twintig jaar geleden kom ik nog steeds tegen, maar die kunnen echt de prullenbak in.”
Het werk voor Leren verbeteren hoopt Van Loo overigens nog lang te kunnen blijven doen. “Het is een van de leukste dingen die ik doe!”
Tekst: Cindy Curré