“We werden soms wel een beetje verrast”
Het nieuwe Onderzoekskader van de inspectie is alweer zo’n halfjaar van kracht en de eerste scholen hebben ondervonden hoe het inspectiebezoek nieuwe stijl verloopt. Zo ook het Amstelveense Keizer Karel College. Rector-bestuurder Elisabeth Pels Rijcken deelt haar ervaringen. Samen met de rector-bestuurder van het Alkwin Kollege vormt zij het bestuur van Stichting Keizer Karel.
De inwerkingtreding van het nieuwe Onderzoekskader gaat gepaard met vele veranderingen. Er zijn nieuwe standaarden, er wordt onderscheid gemaakt tussen deugdelijkheidseisen en eigen ambities, het functioneren van het bestuur is nu ook onderwerp van onderzoek en het proces kent een ander verloop. Dat laatste is direct merkbaar. “We werden soms wel een beetje verrast”, geeft Pels Rijcken toe.
Direct inhoudelijk in gesprek
Elk traject start met een expertanalyse. “Ik herinner me van vorige inspectiebezoeken dat we vooraf allerlei mailtjes kregen: ‘Wil je dit nog even nakijken? Wil je die enquête invullen? Wil je dat nog toesturen?’ Dat was nu veel beter gedoseerd. De inspectie baseert het expertonderzoek nu volledig op de documenten waarover ze al beschikken uit hoofde van onze verantwoordingsplicht.”
Het eerste echte contact tussen inspectie en bestuur vindt plaats bij het startgesprek, dat op de expertanalyse volgt. Voor Pels Rijcken was de bedoeling van het gesprek aanvankelijk erg onduidelijk. “Afgelopen voorjaar kregen we een brief van de inspectie waarin stond dat ze graag een startgesprek van twee uur met ons wilden zonder verdere toelichting. Ik had verwacht dat we het proces gingen doorspreken en dacht toen: ‘Keurig op tijd!’ Het inspectiebezoek stond immers gepland voor het begin van dit schooljaar. Het werd echter direct al een heel inhoudelijk gesprek. Daar hadden we ons in die korte tijd niet op kunnen voorbereiden.”
De nieuwe startgesprekken zijn bedoeld om besturen de gelegenheid te bieden om de prestaties en ontwikkelingen van de scholen te presenteren. Het beeld van het bestuur legt de inspectie dan naast het beeld dat zij zelf heeft gevormd op basis van de expertanalyse. Over deze bedoeling waren Pels Rijcken en haar collega-bestuurder echter niet expliciet geïnformeerd. Ze vroegen om een extra gesprek en de inspectie vond dat goed. “We besloten toen dat we ons niet nog eens wilden laten verrassen en zijn aan de slag gegaan.”
Tijdens het inspectiebezoek verliep de presentatie goed. “Ik vond het heel fijn dat we de gelegenheid kregen iets te presenteren over onze ambities en onze manier van werken op het gebied van kwaliteitszorg. We konden daar helemaal onze eigen invulling aan geven: wat we doen op dat gebied, waar we nog niet zo goed in zijn en waar we al wel goed in zijn.”
Gedurfde onderzoeksvraag over een eigen ambitie
De bevindingen van de inspectie op grond van de expertanalyse waren positief. “Het kwam erop neer dat de inspectie geen risico’s zag en het financieel beheer op orde was.” De inspectie formuleerde zelf een conceptonderzoeksvraag – over de ambitie om leerlingen meer te stimuleren zelf verantwoordelijkheid te nemen voor hun leren en ontwikkeling – en legde die voor aan het bestuur. “Dat is natuurlijk een heel grote ambitie, maar we hadden die zelf in ons strategisch beleidsplan en onze schoolplannen opgenomen. Dus kom maar op!”
“We hebben wel gemerkt dat het goed is om de verwachtingen van de inspectie een beetje te managen. Daarom hebben we geprobeerd om te nuanceren wat de inspecteurs konden verwachten als ze in de lessen zouden kijken en met de medewerkers en leerlingen zouden praten. We wilden niet de indruk wekken dat alles al helemaal ‘in kannen en kruiken’ was.” Gelukkig wilde de inspectie daar ook op die manier naar kijken. “Ik merkte dat de inspecteurs ook zelf aan het zoeken waren hoe ze de ambitie goed konden herkennen. Dat vond ik heel professioneel.”
Onderzoek bij het bestuur en op de scholen
Het onderzoek spitste zich toe op de havo-afdeling van de ene school, de vwo-afdeling van de andere school én het bestuur. Het functioneren van het bestuur is met het nieuwe Onderzoekskader immers ook nadrukkelijk onderwerp van onderzoek. Pels Rijcken kan zich daar helemaal mee verenigen. “Ik denk dat het bestuurlijk functioneren tegenwoordig heel belangrijk is. Dat voelen wij ook zo. Ook al zijn wij rector-bestuurders, en lopen die twee rollen weleens door elkaar. De inspectie heeft gesproken met onze medezeggenschapsraad en de raad van toezicht. Dat heeft goed uitgepakt. Tevens heeft het traject ons ook weer geholpen om onze invloed te relativeren. Je kunt als bestuur heel veel doen, maar welke invloed heb je nu echt als het gaat om kwaliteitszorg en kwaliteitscultuur? Ik heb daar door het inspectieonderzoek weer meer zicht op gekregen.”
De voorbereiding op de scholen was intensief. “Je laat je mensen natuurlijk niet overvallen door de inspectie. Je moet uitleggen wat er gaat gebeuren. Dus zijn we allebei (beide rector-bestuurders, red.) direct aan het begin van het schooljaar de onderzoeksvraag nadrukkelijk gaan uitdragen. ‘Dit is onze ambitie, daar worden we op bevraagd. Doe er, als individuele docent en als team, je voordeel mee. Denk erover na.’ Dat hebben onze medewerkers allemaal gedaan en daar zijn we hartstikke trots op.” Dat is ook goed geweest voor de scholen, meent Pels Rijcken. “Dat je dat nog eens extra met elkaar deelt en samen bedenkt wat je erover kunt vertellen en kunt laten zien.”
De scholen konden ook regie nemen over het verloop van het inspectiebezoek. De externe adviseur, die het bestuur had ingeschakeld, heeft daarbij goed geholpen, zegt Pels Rijcken. “Het is fijn als iemand van buiten scherp is op de voorbereidingen die je treft, de mensen die je daarbij betrekt enzovoort. We hebben samen de onderzoeken op de scholen goed voorbereid. Ik zou de volgende keer zeker weer externe ondersteuning op bestuurlijk niveau regelen.”
De voorbereiding op de scholen vraagt ook om zorgvuldigheid. “Ik weet dat sommige docenten er niet van slapen als de inspectie langskomt. Dat is een risicofactor die je in de gaten moet houden. Sommigen zijn stressgevoeliger dan anderen. Sommigen zijn trotser. Sommigen reflecteren beter. Als bestuur ben je wel een hitteschild. Het is niet voor iedereen makkelijk.”
Het eindgesprek
Het onderzoekstraject wordt afgesloten met een mondelinge terugkoppeling, het eindgesprek. “We hadden verwacht dat de inspecteurs in dat gesprek kwamen vertellen wat ze allemaal hadden gezien en wat ze ervan vonden. Dus wij zaten klaar om te luisteren. Maar de vijf inspecteurs bevroegen ons: ‘We vinden alles voldoende, maar over sommige punten twijfelen we of we daar een goed voor kunnen geven.’ Ze vroegen ons over die punten nog wat te vertellen. We voelden ons een beetje voor het blok gezet. Het is natuurlijk wel een uitdaging om van een voldoende een goed te maken.”
Het bestuur had namelijk tijdens het startgesprek aangegeven niet per se voor ‘goed’ te gaan. “Het Keizer Karel College heeft drie keer meegedaan aan het traject excellente scholen”, legt Pels Rijcken uit. “Dat vonden we fantastisch. Je hebt de volledig regie en kunt zelf bepalen wat je wilt laten zien. Maar toen we hoorden dat een onderzoek gericht op goed betekende dat de inspectie alle afdelingen zou bezoeken en dat het bezoek niet één maar twee dagen zou duren, hebben we bedankt. Dat vond ik te belastend voor onze organisatie. We hadden juist besloten om niet nog een keer voor het predicaat excellent te gaan vanwege de enorme tijdsinvestering.” Daar komt bij dat de school nu een andere focus heeft. “We willen op dit moment focussen op borgen en verdiepen. Daar past het excellentietraject minder goed bij.”
Voor Pels Rijcken kwam het dan ook als een verrassing dat tijdens het eindgesprek toch weer de waardering goed ter sprake kwam. “Maar ik heb het daarna losgelaten en ben overgegaan tot de orde van de dag. Want als ik bij elkaar optel hoeveel tijd we er samen in hebben gestopt… dat is heel veel.” Het definitieve rapport, dat het bestuur in de loop van januari verwacht, zal uitwijzen hoe de uiteindelijke waardering van de inspectie nu is gaan luiden.
Hoe assertief ben je?
Pels Rijcken is al met al tevreden over het traject, maar terugkijkend had ze een paar dingen liever anders hebben gedaan. Dat heeft vooral te maken met assertiviteit. “Het is zoeken: hoe assertief ben je in het proces? Hoe assertief kun je zijn? Ik had bijvoorbeeld graag wat dieper nagedacht over een goede onderzoeksvraag. Je laat je toch een beetje leiden door de ideeën die de inspectie aandraagt. En misschien zijn we wel te braaf en stonden we toch een beetje teveel in de stand van ‘volgen en verantwoorden’. Juist als het gaat over de eigen ambities kun je natuurlijk alle kanten op.”
Een prettige dag
Maar de tevredenheid overheerst. Niet alleen vanwege de positieve bevindingen van de inspectie, maar vooral, benadrukt Pels Rijcken, “omdat we erin geslaagd zijn om er op de scholen een prettige dag van te maken. Een dag waarop we konden laten zien waar we goed in zijn en uitdragen waar we gezamenlijk voor staan. Volgens mij staat of valt het daarmee.” De rector-bestuurder vergelijkt het met de collegiale bestuurlijke visitaties waarmee ze nu als bestuur mee bezig zijn. “Nog net een slagje leuker, prettiger en leerzamer, omdat je dan zelf helemaal aan zet bent om je leervragen te benoemen en nog meer ruimte hebt om je kwetsbaar op te stellen. Maar met het nieuwe Onderzoekskader heeft de inspectie ook een mooie stap in die richting gezet. We konden onszelf kwetsbaarder opstellen dan voorheen. De inspectie kijkt positiever en stimulerender en laat in haar zoektocht ook de eigen kwetsbaarheid zien. Laten we daar heel blij mee zijn en daarvan profiteren. Dat raad ik ook andere besturen en scholen aan.”
Meer informatie
Meer informatie over het verloop van de vierjaarlijkse inspectiebezoeken bij besturen en scholen vindt u hier op de website van de inspectie.