Scholen aan Zee, een brede scholengemeenschap in Den Helder, verbeterde zowel het beroepsonderwijs als de havo/vwo-afdeling van een inspectieoordeel zeer zwak naar voldoende. Dit gebeurde allebei in één jaar. Het driemanschap dat de huidige kerndirectie vormt, vertelt hoe dat is gelukt.
Aan tafel zitten Hans van Beekum, algemeen directeur Scholen aan Zee, Sipko van Sluis, verantwoordelijk voor Beroepsonderwijs aan Zee en Hielke ter Veld, verantwoordelijk voor Lyceum aan Zee, een school voor havo en vwo. Gedrieën hebben ze verbeterteams opgezet die ervoor hebben gezorgd dat de onderwijskwaliteit bij Scholen aan Zee sterk is verbeterd. Ze kregen daarbij hulp van Geppie Bootsma en Ronald Elte, adviseurs van Leren verbeteren.
Wat ging er mis?
In 2018 kreeg Beroepsonderwijs aan Zee het oordeel ‘zeer zwak’ van de inspectie. Van Sluis: “Toen ik hier tweeënhalf jaar geleden kwam, was er veel mis. De leskwaliteit was onder de maat, evenals schoolveiligheid, er was geen sprake van een professionele cultuur en het ziekteverzuim was hoog. Iedereen op de school deed zijn stinkende best, maar het ging toch de verkeerde kant op.”
Van Beekum: “Er was sprake van een verwaarloosde organisatie en de collega’s hadden zich teruggetrokken op hun eigen afdelingen. Als enige school voor het voortgezet onderwijs in Den Helder was het wrang om te constateren dat ouders noodgedwongen een vo-school buiten Den Helder kozen. Dit hebben we als beschamend ervaren.”
Aan het einde van hetzelfde schooljaar werd ook het Lyceum aan Zee als ‘zeer zwak’ beoordeeld door de inspectie. Schoolleider Ter Veld: “De resultaten waren al een aantal jaren onvoldoende. Toen de inspectie besloot om nogmaals een herstelonderzoek te doen, bleek dat ook de kwaliteit van de lessen en de ondersteuning voor leerlingen onvoldoende was. Dat nam ernstige vormen aan. In een van mijn eerste dagen was ik bij de slaag-zakvergadering. Aan het einde hielden we acht leerlingen over waarvan niemand wist wie de mentor was. En bij de bevorderingsvergadering bleek dat bij enkele vakken aan meer dan de helft van het pt of het pta niet was voldaan.”
Wat hebben jullie eraan gedaan?
Toen het oordeel ‘zeer zwak’ kwam voor het beroepsonderwijs in 2018 vroeg Van Beekum meteen aan Leren verbeteren of zij bij de verbetering van de onderwijskwaliteit zouden kunnen helpen. Hij kende Leren verbeteren en Ronald Elte al van een traject bij Mavo aan Zee.
Na een review gingen adviseurs Ronald Elte en Geppie Bootsma een dag per week aan de slag op de school. Zij ondersteunden onder meer bij het schrijven van een verbeterplan, waarna zij wekelijks checkten of dat goed werd uitgevoerd. Ook adviseerden zij het management en de docenten en introduceerden ze een lesobservatieformulier, met daaraan leerdoelen gekoppeld. Van Sluis: “We kregen zo een helder format van wat een goede les was. En de docenten startten ook met het geven van feedback op elkaars lessen.”
Eén team, één ambitie
Tegelijkertijd werden er ook andere veranderingen in gang gezet, vertelt Van Sluis: “Er was echt sprake van een onveilige school. We hebben daarom het veiligheidsbeleid aangepakt samen met een oud-politietrainer. Verder hebben we bijvoorbeeld de personeelskamer weer centraal in de school gezet, in plaats van in een hoekje.”
“We focusten op ‘één team, één ambitie’”, vertelt Van Beekum. “We verwelkomden de leerlingen en de collega’s ’s ochtends aan de deur met koffie en thee. Dat doen we nog steeds. En we positioneerden het sterk gereduceerde management consequent als onderwijsondersteunend personeel. Iedereen is even belangrijk, van conciërge tot directie. Docenten waren blij en opgelucht toen we de veranderingen aankondigden. De schoolleiding, bestaande Liesbeth Zonneveld, Sipko van Sluis en ik, kreeg meteen het vertrouwen. Het werkte ook mee dat we, door onze ervaring, alle drie de taal spreken van het vmbo.” “Het was een hectische periode van een sterke focus op de ambitie, het vieren van successen en als schoolleiding constant voorbeeldgedrag vertonen”, aldus Van Sluis.
Terug naar de basis
De veranderingen zijn samen te vatten in ‘terug naar de basis’ en ‘afspraak is afspraak’, aldus Van Beekum. “We handhaven de nieuwe regels strak. Dat is fijn voor docenten en voor leerlingen. In de klas blijft je telefoon in je tas, bijvoorbeeld. En je komt op tijd in de les.”
“We doen het echt samen”, vult Van Sluis aan. “Dezelfde mensen die de jaren ervoor hun school zagen afglijden, hebben allemaal bijgedragen aan de verbeterslag. Zodra duidelijk was wat er moest gebeuren, hebben we ook zo veel mogelijk vertrouwen gegeven aan de docenten. Toen kwam de trots bij hen terug en kwamen de verbeteringen in een stroomversnelling.”
Terugkijkend concluderen Van Beekum en Van Sluis dat het inspectiekader niets anders is dan een leidraad om een goede school te zijn. “Het is net als een auto met een apk-keuring: als je aan de eisen van de inspectie voldoet, is je school gewoon oké. We hebben het inspectierapport daarom omarmd”, zegt Van Beekum. Ze waarderen Elte en Bootsma om hun kritische vragen tijdens het proces: “Dat was echt niet altijd leuk. Dan dachten we dat we goed bezig waren en dan kregen we weer een pak slaag. Maar we hadden een goede klik. Ze waren absoluut niet belerend, maar hielden ons bij de les.”
Lyceum aan Zee
Het bestuur van Scholen aan Zee besloot na het oordeel ‘zeer zwak’ in 2019 het management van het Lyceum aan Zee te wisselen. Daarna konden Hielke ter Veld, Hans van Beekum en nieuw aangestelde teamleider Jeroen Roggeveen samen aan de slag. Ze besloten tot een vergelijkbare aanpak als bij het beroepsonderwijs. Ter Veld: “We lazen vier herstelrapporten van de inspectie door en daarin stond eigenlijk steeds hetzelfde: het ging niet goed in de lessen en er was te weinig zicht op leerlingen. Docenten spraken ook niet met elkaar over de leerlingen. Pas toen ik in die bewuste overgangsvergadering zei ‘als de pta’s niet zijn gehaald, is niemand bevorderd’, realiseerden docenten zich hoe ernstig de situatie was.”
Snelle klappen
De directie vond een groep van zo’n twintig docenten bereid om mee te denken hoe de school weer zou kunnen bouwen aan de toekomst. Van Sluis, ook lid van het verbeterteam van het Lyceum aan Zee: “We hebben de koers uitgezet en duidelijk aangegeven wat de kaders waren. Maar daarbinnen konden docenten zelf met ideeën komen. Toen zij bijvoorbeeld goede voorstellen hadden over de invulling van de mentoruren, konden ze die meteen een paar dagen later presenteren. Daarmee lieten we zien hoe snel verbeteringen kunnen gaan en dat docenten met goede initiatieven onze volledige steun krijgen. Korte halen, snelle klappen.”
Een goede les
In een paar maanden ontstond volgens Ter Veld en Van Sluis al een goede flow. Van Sluis: “De cultuur van de school, die in het verleden werd gezien als een obstakel voor veranderingen, bleek helemaal niet zo’n probleem. Als je mensen maar in hun kracht zet, net als we hadden gedaan bij het beroepsonderwijs.” Ter Veld: “Het motto van de verandering was ‘Les(s) is more’. Alles draaide om de lessen en het verbeteren van de leskwaliteit. Elke docent moest een goede basisles kunnen geven, die gekoppeld was aan de leerdoelen. Dus werden er geen tussenuren meer ingeroosterd om te kunnen vergaderen. En namen docenten niet meer deel aan acht verschillende projectgroepen. Dat zorgde al voor veel minder stress. Daarnaast hebben we het mentoraat versimpeld, met meer oog voor de leerling en voor het aanbieden van ondersteuning. Als een docent een mail krijgt van een ouder, mailt hij nu niet terug, maar pakt hij de telefoon.”
Ook op het Lyceum stonden adviseurs Elte en Bootsma de directie bij tijdens de veranderingen. Zo schreef Ronald Elte mee met het verbeterplan van de school en voerde Geppie Bootsma gesprekken met secties en docenten die moeite hadden met de veranderingen, of niet wisten waar te beginnen met verbeteren. Van Sluis: “Dat hielp enorm om de mindset van de docenten en de manier van werken van de vakgroepen te veranderen. Ronald en Geppie kennen zo veel scholen. Zij weten wat werkt.”
Hoe gaat het nu?
Zowel Beroepsonderwijs aan Zee als het Lyceum aan Zee hebben inmiddels weer het predicaat ‘voldoende’ gekregen van de inspectie. Van Beekum: “We hebben veel bereikt, maar het is nog erg kwetsbaar. Mede op aanraden van de inspectie blijft Leren verbeteren betrokken bij Scholen aan Zee om de verbeteringen te borgen. Ronald en Geppie blijven nu tot april 2021. Zij leren ons de kwaliteitscultuur te versterken door met eigen medewerkers reviewteams te vormen om afdelingsoverstijgend te werken. Geppie blijft doorgaan met het geven van feedback op lessen en gaat het gesprek aan met de vakgroepen waar nodig. Daar wordt veel naar gevraagd door docenten, iedereen vindt dat fijn.”
De adviseurs aan het woord:
Terugkijkend zeggen Ronald Elte en Geppie Bootsma dat zij met veel plezier hebben samengewerkt met de mensen van Scholen aan Zee: “De schoolleiding startte letterlijk met opruimen: containers vol rommel en niet meer bruikbare spullen zijn uit de scholen en de omgeving van de scholen gehaald. Daarna kon er figuurlijk gewerkt worden aan opruimen en opnieuw beginnen. De personeelsruimtes zowel in Beroepsonderwijs aan Zee als in Lyceum aan Zee werden verplaatst naar zichtbare plekken in de school: de metafoor voor elkaar in het oog hebben van docenten en leerlingen.
Hans van Beekum is een enthousiaste en verbindende directeur. Hij weet heel goed wat hij zelf kan en daarnaast weet hij heel goed waar hij anderen voor nodig heeft. Hij is daarbij volkomen duidelijk in wat hij verwacht van ons als begeleiders, van de andere begeleiders in de school en van de medewerkers in de school. Hij werkt doelgericht, inspireert en geeft vertrouwen aan de teamleiders en de docenten. Het is de schoolleiding in beide scholen gelukt om een cultuur te creëren waarin de mensen in gezamenlijkheid en ieder vanuit zijn eigen plek werken aan een goede school in Den Helder.
Veelzeggend is een mail van een van de docenten, die ze stuurde na het Herstelonderzoek van de Inspectie waarbij het oordeel ‘zeer zwak’ op het Beroepsonderwijs binnen een jaar veranderde in ‘voldoende’: ‘Ik was zo ontzettend zenuwachtig, ik kan het niet eens beschrijven. We hebben zo ongelooflijk ons best gedaan als team. Daarom voelt het nu zo goed. Ik wil u bedanken voor de goede begeleiding en de strakke lijnen waarbinnen wij alles toch maar even mooi gekleurd hebben.’”
Tekst: Cindy Curré