Het moment van… Titus Al
In deze serie vertelt een adviseur van Leren verbeteren over een onvergetelijk moment.
Wat is voor jou het moment van Leren verbeteren dat je nooit zult vergeten?
“In bijna alle adviestrajecten die ik doe, komt er een moment dat ik zie dat het ontbreekt aan onderwijskundig leiderschap. Ik bedoel daarmee dat er geen gesprek wordt gevoerd over onderwijs. Wordt er in de klassen gekeken of leerlingen met plezier aan de leerstof werken? Beheersen ze de stof ook echt, of begrijpen ze hem alleen? En welke didactische middelen worden er ingezet om lessen interessanter en beter te maken?
Over deze belangrijke vragen wordt hooguit binnen de vaksecties gesproken. De meeste schoolleiders spreken daar echter nauwelijks mee. En dat terwijl onderwijs en de lessen die leerlingen krijgen de corebusiness van de school zijn. Je zou verwachten dat er in elke school minstens een onderwijskundige aanwezig is, als adviseur of als staflid. Die zou met docenten en secties in gesprek kunnen gaan over vakdidactiek en de schoolleiding op dat gebied kunnen adviseren. Onderwijskundig leiderschap is meer dan bepalen dat er niet meer dan twee toetsen op een dag worden gegeven.”
Praat jij in de trajecten die je begeleidt over vakdidactiek?
“Zeker, met docenten. Ik ga altijd de klas in. Daar ligt volgens mij de sleutel tot verbetering van het onderwijs. Helaas ontbreekt het in de organisatiestructuur van bijna alle scholen aan een plek waar over onderwijs en vakdidactiek kan worden gesproken. In de meeste teams gaat het over individuele leerlingen, over orde houden, werkweken en excursies. Neem nu het vak Nederlands. Veel leerlingen vinden dat het saaiste vak op school en dat lijkt mij een gigantisch probleem. Maar geen schoolleider maakt zich daar echt druk over.”
Hoe kunnen scholen het gesprek over onderwijs aanzwengelen?
“Een school is per definitie een matrixorganisatie, met de vakgroepen horizontaal en de afdelingen verticaal. De lijnen zouden elkaar moeten kruisen, maar de vakgroepenlijn lijdt vaak een ondergeschikt bestaan. Een goede sectieleider heeft in de school zelden dezelfde positie als een teamleider. Terwijl juist de ontmoeting tussen vak en afdeling interessante gesprekken over onderwijs oplevert.”