In juni 2016 viel bij het Kalsbeek College in Woerden onverwacht een brief van de Inspectie op de mat waarin de onderbouw als onvoldoende werd beoordeeld. “We dachten echt ‘wat gebeurt er nu’? We begrepen niet eens waar de brief precies over ging. Je kan ‘m tien keer lezen, maar dan snap je nog niet wat erin staat.” Locatiedirecteur Schilderspark Han Koebrugge vertelt dat hij zijn school weer op koers heeft gekregen met behulp van het project Leren verbeteren.
“Het bleek om een gebrek aan rendement van de onderbouw havo en vwo te gaan. Te veel leerlingen liepen vertraging op en er was relatief veel afstroom en weinig opstroom”, vertelt Koebrugge.
Nadat een bevriende inspecteur uit de regio Woerden de brief enigszins had toegelicht, besloot Koebrugge externe hulp in te roepen. Hij kwam uit bij het project Leren verbeteren. “Meteen nadat ik contact had gezocht, legde projectleider Hans Sandtke uit wat er precies in de brief stond en wat Leren verbeteren voor ons zou kunnen betekenen.” Het Kalsbeek College zou een zwakke school worden als het nog een keer onvoldoende zou scoren op onderbouwrendement. “Gelukkig zaten we binnen een week al aan tafel met adviseur Sjors van Eijl.”
Bolletjes
Van Eijl maakte een analyse van het probleem en legde Koebrugge uit wat het probleem was. “Hij wist snel zijn weg te vinden in de school en praatte zes verschillende dagdelen met iedereen die bij de onderbouw betrokken is en ook met de schoolleiding en de administratie. Daarnaast analyseerde hij de cijfers over de school en specifiek die van de onderbouw.”
Hoe kan het dat Koebrugge zelf de vertraging niet had opgemerkt? “Vroeger werd het oordeel van de Inspectie gevat in de bekende bolletjes. Zolang ik dit werk doe, stonden die bolletjes altijd aan de rechterkant. Dat was veranderd en er werd een andere manier van berekenen gebruikt. Wat dat betekende hadden wij onvoldoende in de gaten. We hadden als school nog nooit een slechte beoordeling van de Inspectie gehad.”
Verbeterplan
Adviseur Van Eijl nam het Kalsbeek College in hoog tempo mee richting een verbeterplan: “Hij was kritisch maar duidelijk en overtuigde ons dat we flink in de materie moesten duiken om dit te kunnen verbeteren. Hij drong aan op een snel verbeterplan omdat, zo vertelde hij, hij verwachtte dat de Inspectie binnen no-time op de stoep zou staan. Als je dan al een verbeterplan hebt liggen, maakt dat een prima indruk. We moesten dus hard aan het werk.”
Koebrugge stelde zelf het verbeterplan op toen adviseur Van Eijl de analyse van het gebrek aan doorstroming had gemaakt. “We gebruikten de aanwijzingen van Sjors, maar ik heb het plan zelf geschreven in overleg met de schoolleiding. Ruim voor de kerst was het af.”
Rapportvergaderingen
Koebrugge ging met het plan de school in. “Eerst hebben we het met de schoolleiding besproken, wat gebeurde met ondersteuning van Sjors. We hebben hem als school daarvoor extra ingehuurd. Vervolgens hebben we met onze teamleiders en docenten in de onderbouw besproken waar we vanaf nu op moeten gaan letten. Het heeft bijvoorbeeld direct consequenties voor de rapportvergaderingen die zij voeren aan het einde van het schooljaar. In het verleden lieten we leerlingen misschien te snel afstromen en anderen juist niet snel genoeg opstromen. De onderbouw weet nu de marge van zittenblijven. Daar zit dus een beperking op.” Het uitgangspunt van de overgangsvergaderingen blijft volgens Koebrugge de vraag waar een leerling het beste op zijn plek zit. “Je moet echter wel in de gaten hebben wat doubleren en op- en afstroom betekenen voor ons onderbouwrendement.”
In het begin van 2017 werd als onderdeel van het verbeterplan bij de aanname van brugklassers ook al scherper gekeken naar individuele leerlingen. “Dat hebben de basisscholen wel gemerkt. Vroeger gingen we af op hun advies. Nu hebben we meer gekeken naar waar die adviezen op zijn gebaseerd.”
Samen aan de slag
Hoewel de aanleiding voor het verbeterplan de brief van de Inspectie was, plukt de hele school er nu de vruchten van. “Je doet het natuurlijk voor de school. In het hele traject, van de analyse tot al het werk dat je doet in de school om het verbeterplan te kunnen opstellen en uitvoeren, hebben we iedereen meegenomen. Je gaat echt samen aan de slag.”
Het verbeterplan is inmiddels geïntegreerd in het locatiebeleidsplan 2016-2020 en heeft ook invloed op andere onderdelen van het onderwijs, vertelt Koebrugge. “Onze mentoren gingen bijvoorbeeld altijd op huisbezoek. Dat was heel gezellig, maar dat hebben we dit jaar toch afgeschaft. Nieuwe brugklassers komen nu met hun ouders twee keer per jaar op school en voeren een gesprek over hoe de leerling het schooladvies kan waarmaken. Dat gaat alle daaropvolgende leerjaren door. Het is zakelijker geworden. Voor die gesprekken geven we de mentoren ook gerichte begeleiding.” Ook wordt de zomerschool, die vorig jaar al was gestart, verder uitgebreid van klas 4 en 5 naar andere klassen.
Nieuwe inzichten en acties
Terugkijkend op het proces vindt Koebrugge de aanpak van Leren verbeteren heel prettig: “Sjors spaarde ons niet en zei waar het op stond. Dat heeft in korte tijd tot nieuwe inzichten en acties geleid.”
De Inspectie is een jaar na dato van de brief nog altijd niet langsgekomen. “Dat is wel een beetje vreemd, maar daar gaat het eigenlijk ook niet om. Het gaat erom dat wij nu scherp zijn. Een papieren verbeterplan is mooi, maar het moet echt leiden tot actie.” Het Kalsbeek College zal zich niet meer laten verrassen: “Zo willen we de kwaliteitszorg binnen de school beter inrichten. Die is belegd bij verschillende personen, maar de structuur was onvoldoende. Daarom maken we een kwaliteitskalender met momenten waarop we de cijfers en opbrengsten van de school analyseren.”
Zelfs de prachtige examencijfers van het Kalsbeek College gaan onder de loep van Koebrugge: “Die zijn skyhigh, maar als je ze goed bekijkt dan komt dat voor een deel door de grotere afstroom en beperkte opstroom in de onderbouw. We vragen ons nu af of we kinderen wel voldoende kansen geven. Misschien moeten we genoegen nemen met een iets minder resultaat. Wat begon als een brief over de onderbouw is nu een gesprek in de gehele school geworden.”
Risicoscholen
Hans Sandtke, projectleider Leren verbeteren, vertelt dat het Kalsbeek College de eerste school was die door Leren verbeteren werd ondersteund sinds B&T in 2016 de leiding van het project had overgenomen: “Het Kalsbeek College is een van de zogenaamde risicoscholen. Daarnaast ondersteunen we ook scholen met een zwakke of zeer zwakke afdeling. We zijn inmiddels toe aan de 55ste school sinds 1 september 2016 en daarvan is ongeveer een kwart risicoscholen. Met name in deze categorie verwachten we nog een grote stijging. Risicoscholen krijgen rond deze tijd een brief van het ministerie van OCW.”
Op de foto: Han Koebrugge